De liederen Hammaaloth werden gezongen op de grote feestdagen. Dat waren de dagen waarop de Israƫlieten opgingen naar de tempel om daar hun graven te brengen en hun gebeden op te zenden.
Vanuit de liederen Hammaaloth tekent ds. Van Boven een aantal pelgrims in verschillende zielsgestalten. Een wenende zaaier (Psalm 126), een bemoedigde pelgrim (Psalm 121) en een geoefende danker (Psalm 131).