Onder de vele geschriften die Van der Groe heeft nagelaten, neemt zijn Toetssteen wel de belangrijkste plaats in. 

Op het titelblad gaf de schrijver uitgebreid aan waarover het werk handelt en met welk doel hij het geschreven had. De volledige titel luidt: 'Toetssteen der ware en valse genade, ontdekkende, in het helder schijnende licht der zuivere gereformeerde waarheid vervat in de Heidelbergse Catechismus, de wezenlijke gronden van onderscheid tussen het zaligmakende werk des Geestes in de harten der oprechte gelovigen, en tussen het schijngeestelijke werk der geveinsden en tijdgelovigen, ten dienste van het heilbegerige christenvolk in Nederland, om hen op te wekken, in deze donkere dagen der verleiding, hun eeuwige staat grondig te beproeven en zichzelf zorgvuldig te hoeden voor de verderfelijke wegen der huichelarij, en voor allerlei listig bedrog des satans, met zich vast te houden aan het geloof dat eenmaal den heiligen overgeleverd is.' 

Sinds de verschijning van het werk in 1752-1753 (twee delen) is het veelvuldig herdrukt. Vier herdrukken van een uitgave uit 1938 werden door Den Hertog uitgegeven. 

De tekst van de herdruk die nu het licht ziet, is opnieuw gezet en nauwkeurig en zorgvuldig vergeleken met het origineel.