In deze autobiografie vertelt Kim hoe ze tot haar weerzinwekkende daad, het opblazen van een passagiersvliegtuig, kon komen: waar en hoe ze opgroeide, hoe ze tot een machine werd gemaakt die de wrede bevelen van de Noord-Koreaanse dictator moest opvolgen.
Maar ook hoe ze in de gevangenis tot geloof kwam en ontdekte dat Gods liefde alle haat overwint.