Limburg, 1374. Reymar, zoon van een molenaar, vindt op een dag een eeuwenoud kistje met munten en een mysterieuze brief. In de brief staat een opdracht die hij als vinder moet uitvoeren. Reymars toekomst is onzeker: zijn vader is kort geleden overleden, en het lijkt er niet op dat hij hem mag opvolgen. Daarom besluit hij weg te gaan om de opdracht uit te voeren. Hij moet het kistje naar een dorpje vlak bij Gorinchem brengen, naar e commandeur van een ridderorde.
Als hij daar aankomt, vertelt de commandeur dat de opdracht nog veel verder reikt: hij moet met de ridders mee op kruistocht om de Litouwers in Oost-Europa te verslaan. Gekleed in een grijze mantel, net als alle schildknapen van de Duitse Orde, moet hij daar op het spoort van de heilige lanspunt zien te komen. Reymar begint aan een lange en spannende zoektocht, waarin niets is wat het lijkt en niemand is wie hij zegt te zijn ...